Overdracht rechten en plichten bijzondere bestemming (TORO)

In het kader van een vergunning bijzondere bestemming krijgt de vergunninghouder (die ook houder van de regeling is) een aantal rechten, maar eveneens een aantal verplichtingen die moeten worden nageleefd.

Het kan gebeuren dat de houder van de vergunning de noodzakelijke bestemming niet aan de goederen kan geven, hetzij omdat hij gewoon een invoerder of een commerciële tussenpersoon is, hetzij omdat hij niet over de mogelijkheid beschikt voor het uitvoeren van de vereiste bewerkingen hetzij omwille van contractuele verplichtingen. 

Omdat de goederen bij bijzondere bestemming geen twee opeenvolgende keren onder de regeling kunnen worden geplaatst (deze worden namelijk reeds aanzien als zijnde in het vrij verkeer sinds de eerste plaatsing), kan de houder van de vergunning bijzondere bestemming de rechten en plichten met betrekking tot de goederen, die nog steeds de voorziene bestemming moeten krijgen, aan een ander persoon overdragen.  

Deze overdracht kan zowel de volledige overdracht van rechten en plichten ('full TORO') omvatten, als slechts een gedeeltelijke overdracht. 

De rechten van de houder van de regeling die kunnen worden overgedragen zijn:

  • het recht op het gebruik van de goederen;
  • het recht op het verplaatsen van de goederen; 
  • ​het recht om met toestemming van de douaneautoriteiten de goederen uit te voeren en om van het tenietgaan van de douaneschuld te genieten (art. 124 §1 DWU). 
De plichten van de houder van de regeling die kunnen worden overgedragen zijn: 
  • de verplichting de goederen hun voorziene bestemming te geven binnen de gestelde aanzuiveringsperiode; 
  • ​de verplichting tot het houden van geschriften; 
  • de verplichting om de goederen voor douanetoezicht beschikbaar te stellen; 
  • de verplichting tot het betalen van de invoerrechten bij het ontstaan van de douaneschuld door niet-naleving (art. 79 DWU), wat tevens een eigen zekerheidsstelling impliceert. 
Overdracht van rechten en plichten (TORO) vormt een onderdeel van de vergunning bijzondere bestemming, waarin specifiek wordt opgenomen aan welke personen wordt overgedragen en welke rechten en/of verplichtingen er exact overgaan van de vergunninghouder bijzondere bestemming op de overnemer. Om alle rechten en plichten met betrekking tot de regeling bijzondere bestemming te kunnen overnemen, dient de overnemer over een aparte TORO vergunning te beschikken. Deze TORO vergunning bij de overnemer maakt dan verdere opvolging van de regeling bijzondere bestemming mogelijk.   
 
Het is ook mogelijk om de goederen nadien nog verder over te dragen naar andere overnemers. Elke volgende overnemer dient dan eveneens over een vergunning TORO te beschikken (indien hij op zijn beurt alle rechten en plichten wenst over te nemen).  
 
Een vergunning TORO is maximaal 5 jaar geldig en beperkt tot maximaal 3 jaar in geval van onder de regeling geplaatste goederen die behoren tot bijlage 71-02 DWU - GV. 
 

Aanvraag TORO - bijzondere bestemming 

Verplicht toe te voegen bijlage(n) aan de aanvraag

Overdrachtsdocument TORO – bijzonder bestemming 
 

Dit  document (DOCX, 54.31 KB) dient gebruikt te worden voor de volledige overdracht van rechten en plichten indien: 
  • De vergunninghouder bijzondere stemming een volledige overdracht van rechten en plichten doet aan een overnemer.
  • ​Een TORO-vergunninghouder een volledige overdracht van rechten en plichten doet aan een volgende overnemer.